Archief


Thursday, 22 September 2011

Besparen met Free Software

De vraag of je met Free Software geld bespaart is fout.
Vergeten wordt naar het gehele “ekosysteeem” te kijken dat Free Software inmiddels geworden is.
Vergeten wordt naar de realiteit te kijken dat GNU/Linux, Windows en evt. MAC OS in een gemengde omgeving staan, dat zal in zeker 95% van de gavallen zo zijn.
Vergeten wordt dat je de inzet voor desktop en server niet op een hoop kunt gooien.
Wanneer we ons beperken tot bedrijfsmatige inzet van Free Software moeten we in ogenschouw nemen dat we meestal met een situatie te maken hebben waarin van oudsher met windows gewerkt wordt. Zuivere terminal-oplossingen met IBM, VAX of een Unix-variant zie je niet meer zo veel in het MKB.

We praten dus over bedrijfsmatige inzet voor het MKB waar al langer een Windowsomgeving bestaat.

De essentiele vraag is: welke software wordt gebruikt?

We beginnen eenvoudig, office, email en webbrowser. Kun je daar besparen?
Ja, de doorsnee gebruiker kan net zo goed met Libre Office werken als met MS Office, die speciale gevallen waar dat niet mogelijk is kunnen probleemloos beide gebruiken.
Email en webbrowser zijn sowieso gratis.
Vereist is dat er iemand in de organisatie is die zich inwerkt op Libre Office, het heeft een zeer vergelijkbare funktionaliteit als MSoffice maar het werkt anders, dat moet je leren.
Die persoon kan daarna de anderen coachen.

Lastiger wordt het met branchenspecifieke software, daar is een onderzoek nodig wat er in het Free Software ekosysteem te vinden is en of het aan de voorwaarden voldoet. Die voorwaarden moeten vooraf gedefinieerd moeten worden.
Deze keuze maken kan niet iedereen, je moet al enige jaren meelopen in de ICT om eventuele problemen te kunnen inschatten. Een bedrijfje met 5 tot 10 medewerkers kan ik geen Adempiere ERP aanraden ook al biedt zo’n ERP alles wat ze zich maar kunnen voorstellen.
De gebruikelijke weg is de bestaande windowssoftware te blijven gebruiken en een bruikbaar alternatief te zoeken dat bij voorkeur op een server draait en bediend wordt met een webbrowser.
Het selektieproces moet i.s.m. de gebruikers gebeuren, ICTers hebben niet overal verstand van . . .!

De Windowsserver in het Lan laten we eerst staan.
Een GNU/Linuxserver wordt opgebouwd met hardware van een A-Merk, iedere vorm van spaarzaamheid is daar verkeerd.
De distributie kiezen is niet alleen een zaak van persoonlijke smaak, sommige zijn beter voor servertoepassingen geschikt als andere, er zijn betaalde en gratis versies. In principe hangt het af van de beheerder(s), waarmee ze het meest vertrouwd zijn is makkelijker in te voeren.
Wie klein is komt makkelijk uit met een gratis versie, bij grotere installaties wordt vaker gekozen voor een of twee enterprise versies en de rest de gratis versie van diezelfde distributie.
Er zijn een paar stromingen, de Redhat-afgeleiden met RPM als package manager voor het laden van software en aktueel houden van het OS gebruiken of de Debian-afgeleiden die op met deb-packages werken. En er zijn nog enkele andere die ik hier buiten beschouwing laat. Ubuntu en Mint bijvoorbeeld baseren op Debian.
Houdt er rekening mee dat bijv. de hardwareleverancier niet alle distributies certificeert. Wil je je garantie laten gelden bij HP dan is het RedHat of Suse en geen andere.

De mate van redundantie is afhankelijk van de grote van de organisatie, bij een klein bedrijfje zijn gespiegelde harddisks meestal genoeg, bij grote organisaties is een volledige reserve server nodig.
Een backupsysteem is altijd nodig, op Disk, Tape of evt. USB-stick.
Op de server komt Samba, evt. Apache, Databaseprogramma, afhankelijk van de software die er op gaat draaien.
Eerst als de funktionaliteiten van de windowsserver verlegd worden naar de gnu/linuxserver kan op den duur de windowsserver verdwijnen.

Als laatste punt, de desktops.
Wanneer in het conversie-trajekt alle windowstoepassingen vervangen worden door Free Software toepassingen die zowel op windows als op gnu/linux funktioneren, zal de stap naar een gnu/linuxdesktop kleiner worden, bijv. Firefox en Thunderbird.
Het is te overwegen bij zo’n conversie meteen over te stappen naar een server-programma waar email geintegreerd wordt in een collaboration suite, dan krijgen gebruikers voor de moeite ook wat extra.
Onderschat echter niet de fundamentele verschillen tussen windows en gnu/linux, een gebruiker duidelijk maken dat de rechtenstruktuur in gnu/linux hem verbiedt bepaalde bestanden te openen, is niet eenvoudig. Dat je niet zomaar een programma
installeert is ook een drempel. Pas na een bepaalde tijd zien gebruikers de voordelen, linux wordt niet langzamer na verloop van tijd en is momenteel sneller op de zelfde hardware en nog steeds nauwelijks betroffen van malware.

Waar zit dan de kostenbesparing? Bij de licenties! Libre Office kost niets, ook niet als je een update doorvoert.
GNU/Linux kun je zonder kosten installeren op zoveel machines als je wilt. Kun je bedrijfsmatige Free Software programma’s voor jouw bedrijf gebruiken dan kost dat ook niets aan licenties, vergelijk SAP ERP eens met Adempiere ERP.
Bij de start van zo’n projekt en tijdens de conversie moet de begeleiding betaald worden, daarom is de schatting momenteel dat je na 2 of 3 jaar terug gaat verdienen maar dat is voor ieder projekt verschillend.

En de TCO? Laat iemand me dat eens voorrekenen voor windows, mijn ervaring is dat windows-pc’s meer aandacht vragen om ze aan de gang te houden, vrij van virussen en malware of na een slechte patch van MS.
Of als de hardware problemen geeft, dan heb je bij GNU/Linux veel meer tools om je gegevens en instellingen te redden.

Daarmee is het plaatje denk ik kompleet.

auteur: Jan van Leeuwen

Vorige pagina: Praktijkberichten